“Mijn God, wat is Shakespeare mooi! Wie is geheimzinnig als hij? Zijn taal en stijl zijn vergelijkbaar met een schilderskwast, die trilt van koorts en emotie.”

Midzomernachtsdroom

Vincent van Gogh, dorpsgenoot van Het Zunderts Toneel, schreef dit in 1880 in een brief aan broer Theo. In 1994, zes jaar vóór Zundert zich zou onderdompelen in het Shakespearement, ging het gezelschap aan de slag met deze komedie van de grote Engelse toneelschrijver. In zijn tweede regie hier liet Koen Schyvens er geen misverstand over bestaan: Shakespeare was voor hem een bron van belang.

De versie van Het Zunderts Toneel kende wisselende reacties. Over het algemeen was het publiek onder de indruk van het grote ensemble-spel, het Efteling-achtige decor en het letterlijke kunst- en vliegwerk, zoals de spectaculaire opkomst van Mieky Steenbergen als Puck. Zij kwam elke avond over de hoofden van het publiek de vloer opgevlogen.

Kritiek klonk er over de tekstbehandeling en het spel zelf. Een euvel dat regelmatig op de loer lag wanneer het gezelschap zich aan een letterlijk groot stuk waagde. De ambities en uitdagingen manifesteerden zich in de periode aan de Oekelsebaan-loods regelmatig op het vlak van productie en toneelbeeld. Het was vaak ‘groot en veel’, wat ten koste ging van ‘klein en subtiel’.

Productie archief