In zijn bewerking van Romeo & Julia voerde Peter Dictus een 'nieuw' personage op: de moeder van Romeo. Als haar zoon wordt verbannen, moet zij hem uit haar leven zien te duwen. Lees hieronder de monoloog die Shakespeare vergeten leek te zijn.

Romeo & Julia, de laatste zomer

Het is op zondag.
Het is Allerheiligen.
Zondag der zondagen.

Vanuit mijn bed zie ik de mensen naar de vroegmis gaan. De herfstzon door de takken. Ik zit recht overeind en ik zeg tegen hem: ga de vroedvrouw halen, het is zover. Nu?, vraagt hij. Ja, zeg ik. Nu. Maar je bent er al nog voor je vader terugkomt. Je bent snel. Dan al. Vlug als water. Je wilt leven. Je bént het leven.

Ik houd je aan mijn borst en we zien de mensen uit de kerk komen. Je vader rent naar buiten. Ik heb een zoon, ik heb een zoon. Hij danst met zijn armen boven zijn hoofd. Klapt in zijn handen. Ik heb een zoon, ik heb een zoon. De mensen komen aan het raam staan. Kijken naar ons. Lachen, zingen. Ik heb een zoon, ik heb een zoon.

Ik heb een zoon.
Hij heet Romeo.
Mijn Romein.
Naar de heilige Romanus.
Romeo Montecchi.
Mijn eerste kind.
Mijn zoon.

Waar woont de herinnering?
In welk deel van mijn lichaam?
De herinnering aan de eerste beweging in mijn buik.
De herinnering aan de pijn van zijn geboorte.
De herinnering aan zijn eerste geluid. Zijn eerste zuigen, zijn eerste blik.
Waar? In mijn hoofd? In mijn hart?
Wat moet ik afsnijden om hem te vergeten?
Alsof ik hem nooit heb gehad.
Uit mijn schoot heb gekregen.
Vlees uit vlees.
Mijn god.
Mijn zoon.
Vergeten. Dat gaat nooit.
Ontkennen? Zeggen dat het niet zo is.
Ontkennen kan ik met mijn mond.
Alleen met mijn mond. Alleen met de buitenkant.
Ik kan zeggen: ik heb geen zoon. Maar ik heb hem wel.
Ik kan zeggen: ik verstoot mijn zoon. Maar ik houd hem hier. Voor altijd.
Ik zou het kunnen zeggen.
Ik kan het zeggen. Als ze dat willen.
Alleen maar: zeggen dat ik geen zoon heb.
Zomaar. Het zeggen.
Ik heb geen zoon.
Daar.
Ik heb het gezegd.
Ik heb geen zoon.
Nog eens.
Went het al?
Ik heb geen zoon.
Ik heb geen zoon.
Romeo?
Wie zegt u? Nee. Niet van mij.
Ik heb geen zoon.
Ik heb geen zoon.
Ik heb nooit een zoon gehad.

Productie archief