Eind jaren zeventig, beging jaren tachtig – een beetje parallel aan een zoveelste folk-revival – kwam ook het straattheater opnieuw in tel. De jonge lichting van Het Zunderts Toneel haakte daar onmiddellijk op in, niet in de laatste plaats gestimuleerd door de festivals die door het Brabants Centrum voor Amateurtoneel vanuit Tilburg werden georganiseerd.
De club uit Zundert maakt onder meer een eigen, ludieke circusvoorstelling rond een oude brandweerwagen (Circus Pias, 1981). Datzelfde voertuig diende een jaar later voor het transport en het decor van Roodkapje. Hiermee werd een zomer lang getoerd langs campings en festivals in Nederland, België en Frankrijk, inderdaad, als Chapeau Rouge.
Het letterlijk buiten spelen is de club nog lang blijven doen, naast de reguliere ‘zaalproducties’. Daarbij werd steeds vaker gekozen voor een doorlopende vorm van animatie dan voor een voorstelling met een helder begin- en eindpunt op een vaste plek. Het Zunderts Toneel ontwikkelde provincie-breed een reputatie als makers van mobiele, tijdloze acts zoals die met de geheimagenten in 1986, een uren durend spel van ‘verborgen theater’ rond een mysterieuze, zwarte Mini. Bij deze acts bleek overigens niet zelden dat meespelen eigenlijk belangrijker was dan toekijken. De straatproducties verschaften de spelers hoe dan ook elke zomer ontzettend veel spelplezier.
